maandag 1 oktober 2012

Hierbij vatten we het even samen.


Samenvatting meeting Humana 
Maandag 10 september 2012 


Geschiedenis van de organisatie 
Humana bestaat inmiddels 26 jaar. Het hoofddoel van Humana is wederkerigheid (zorgen voor elkaar) en maatschappelijk ondernemen. 

De actieve bekendheid van Humana is +/- 4%. De passieve bekendheid ligt rond de 49%. De overige procenten zijn niet bekend met Humana. Deze cijfers zijn gebaseerd op een onderzoek dat Marianne ons nog zal sturen. 

Humana heeft in het verleden een aantal prijzen gewonnen:
- Een prijs van het Centraal Museum
De Werfelsprijs
Willem 1 Penning

Humana organiseert verschillende projecten in Afrikaanse landen waaronder Malawi en Congo. Eerder deden ze dat ook in Mozambique en Zambia maar deze landen zijn niet veilig genoeg meer, vandaar dat Humana hier is weggegaan. Deze projecten bestaan onder andere uit het ontwikkelen van vakopleidingen of plattelandsontwikkelingsprogramma’s. Humana heeft gekozen voor deze landen omdat deze niet opgenomen zijn in het programma van het Ministerie van Buitenlandse Zaken maar wel hulp nodig hebben. In dit programma staan 15 landen die door het ministerie gefinancierd worden omdat ze het ontzettend hard nodig hebben, waaronder bijvoorbeeld Somalië of omdat investeren in deze landen goed is voor het ondernemerschap in Nederland; Nederlandse bedrijven willen of kunnen zich daar in de toekomst gaan vestigen. Humana heeft een voorkeur voor het helpen van landen “in transit”, ofwel landen in een overgangsperiode na bijvoorbeeld een (burger)oorlog. 

De vakopleidingen zijn zoweel informeel (bijvoorbeeld een tot vier maanden leren naaien) als formeel (vierjarige studie). Voor de informele studie is het noodzakelijk dat de leerlingen kunnen lezen en schrijven maar ze hoeven hier geen diploma’s voor te hebben. De leerlingen die de vierjarige studie willen volgen moeten in het bezit zijn van een diploma van de middelbare school. Humaa faciliteert 15 plaatsen voor leerlingen in het formele traject. Er is onderzoek gedaan naar de plattelandsontwikkelingsprogramma’s aangezien Humana niet zeker was of hetgeen ze daar leerden aansloot bij de behoeftes van de leerlingen. Ze krijgen bij deze programma’s namelijk les in duurzame landbouw, agrarisch ondernemerschap en duurzame energie, zonnepanelen en windmolens. Hier blijkt behoefte aan te zijn. 

Humana werkt in Afrika met een aantal vaste partners. De boekhouding van deze partners wordt elk jaar gecontroleerd door gerenommeerde bureaus. 

Humana zamelt kleding in om een financiering te vinden voor bovenstaande projecten. Het inzamelen van kleding is geen doel op zich maar een middel om het doel (het ontwikkelen van nieuwe programma’s in Afrika) te bereiken. Kleding inzamelen is dus fondsenwerving. Met deze manier van werving gaat er ongeveer 1 miljoen euro per jaar naar ontwikkelingslanden. In Nederlands staan, verspreid over 70 gemeentes, 900 containers. Humana is zich bewust van het feit dat er door veel mensen niet duurzaam en milieubewust met kleding wordt omgegaan. Nog steeds belandt 60% van de kleding die mensen weggooien in de grijze bak in plaats van dat dit naar een tweedehandswinkel of ontwikkelingsorganisatie gaat. 

Humana merkt dat het inzamelen van kleding terugloopt. Dit komt waarschijnlijk door de economische crisis. De kwaliteit van kleding loopt (nog) niet terug. Humana vindt soms vreemde voorwerpen in de containers, bijvoorbeeld een pistool, een prothese of skistokken. Hier kan Humana niets mee, maar het is wel een probleem voor ze want al deze overbodige spullen moeten wel weer naar het afval gebracht worden. Dat veroorzaakt extra kosten. 

Maatschappelijke discussie over noodhulp en ontwikkelingshulp
Ontwikkelingshulp ligt op dit moment onder vuur. Veel mensen beseffen niet dat noodhulp anders is dan ontwikkelingshulp, noodhulp is kritiek en daardoor veel duurder. Mensen zien dit verschil echter niet waardoor ze de vragen die ze over noodhulp stellen (“waar komt mijn geld terecht, waarom gebeurt er niet op korte termijn iets met mijn geld”) ook automatisch profileren op ontwikkelingshulp. Bij noodhulp accepteren we nog niet dat ze eerst moeten puinruimen, wij willen om het zo maar te zeggen “meteen huisjes zien” en accepteren het dan ook niet dat ze bijvoorbeeld in Haitii nog steeds in tenten leven. Dit is een vertekend beeld want op het moment dat er snel huizen worden gebouwd, zijn deze huizen niet in een dusdanige staat dat ze een volgende ramp weer kunnen overleven. De bevolking heeft er niks aan, het is een geruststelling voor het westen dat het geld heeft gedoneerd. Noodhulp werkt pas op het moment dat niet elke organisatie z’n eigen ding gaat doen en op het moment dat de geldschieters los kunnen laten dat ze meteen resultaat willen zien. Humana wilt graag het misverstand tussen noodhulp en ontwikkelingshulp uit de wereld helpen. 

Samenwerking met de HKU
Vorig jaar is er ook een project gedaan met HKU studenten. Zij hebben een manier gevonden om de 8% restkleding die Humana van het totaal aantal kleding overhoudt. te verwerken. Hun begeleider was Marina Toeters. Het project heet “Buiten met Humana”. 

De HKU heeft de bespijkering voor de vrachtwagens ontworpen, Humana is hier erg blij mee. Marinanne gaf aan dat er gekozen is voor het “braafste” ontwerp. 

De HKU heeft een filmpje gemaakt voor Humana. Het filmpje zelf is erg goed, maar de stem is te zoetsappig. Volgens Humana kunnen ze hier niet mee aankomen bij zakelijke bedrijven. 

Hoe werkt Humana?
De opbrengst van de inkomsten, gaat naar het goede doel. In de praktijk houdt dat in dat ongeveer 80% van het door Humana verdiende geld in Nederland blijft. 20% gaat daadwerkelijk naar de ontwikkelingslanden.

De kleding die Humana ophaalt is een middel om de projecten in Afrika te financieren. De kleding wordt verzameld en naar de verschillende sorteercentra gebracht. Hier wordt het of doorverkocht aan tweedehandswinkels of doorgestuurd naar sorteercentra in de Litouwen. Deze verkopen de kleding weer door aan winkels in heel Europa. De zogenaamde “tropical-lijn” gaat direct naar Afrika. Dit is ongeveer 20% van de ingezamelde kleding. De kleding wordt in Afrika verkocht aan partnerorganisaties, welke het op hun beurt weer doorverkopen aan plaatselijke handelaren. Deze handelaren werken volgens een kortingssysteem. Binnen vier weken daalt de prijs tot gratis zodat ook mensen die helemaal niets hebben de kans krijgen kleding uit te komen zoeken. Na deze vier weken wordt de gehele winkel leeggehaald en wordt de inboedel verkocht aan markthandelaren. De winkel krijgt om de vier weken een nieuwe levering met kleding uit Nederland. 

De Afrikaanse kledingwinkels:
1ste week volle prijs (is een lage prijs)
2de week ¼ van de prijs af
3de week ¼ van de prijs af
4de week ¼ van de prijs af
5de week gratis
Veel complimenten
Goede kleding
Gaat lang mee
Kleding pet shops uit China slechte kwaliteit
Wibra 100x beter
Weinig locale kleding industrie
Humana kwaliteit beter
Weinig trends in Afrika
Sambia: “Hier vind ik altijd iets anders dan in onze eigen winkels.”
Gelijke gedachte in Nederlandse 2de hands winkels:
“Ik kan ik iets anders dan anderen kopen.”
Financiën
Voor het plaatsen van een container moet Humana geld betalen. Er zijn echter kapers op de kust; zowel commerciële organisaties als ontwikkelingsorganisaties bevinden zich in een pitch met de gemeente. Er moet, naast plaatsingskosten, per kilo opgehaalde kleding een percentage worden afgedragen aan de gemeente. De commerciële partijen zijn vaak eerder in staat dit percentage te leveren aangezien zij alleen maar winst gaan maken op de kleding. Een voorbeeld hiervan is Curitas, die de markt bespeelt door te zeggen dat een deel van de kleding naar Pax Kinderhulp gaat en hier ook actief mee promoot. In werkelijkheid gaat er maar zo’n 2% van de opbrengt naar Pax Kinderhulp (te lezen in het jaarverslag van Pax). Het is voor Humana moeilijk de containers te behouden aangezien er niet genoeg geld is om de kiloprijs te betalen en daarmee de concurrenten het hoofd te bieden.

Humana krijgt een subsidie meer van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Deze werken volgens het principe PPP: public private partnership. Dit is een samenwerking tussen een overheid (lokaal of internationaal), een ontwikkelingsorganisatie en een bedrijf of kennisinstituut. Humana voldoet niet aan deze eisen. Bedrijven willen graag samenwerken met Engelstalige landen omdat dit goed is voor het ondernemerschap en de onderlinge communicatie. In de landen waar Humana zich bevindt spreekt lang niet iedereen Engels maar is een groot gedeelte van de bevolking Franstalig. 

Humana krijgt geen EU subsidies meer. Er is een aanvraag ingediend voor EU subsidies. Deze wordt gescoord middels het geven van punten. Het hoogst aantal behaalbare punten is 50. Humana had 42 punten gescoord. Humana had niet genoeg punten gescoord om in aanmerking te komen. Er waren maar liefst 1800 andere aanvragen voor subsidie. 

Zakelijke samenwerking
Humana wilt graag samenwerken met zakelijke bedrijven met minimaal 250 werknemers. Zij willen hiermee hun inkomsten spreiden en zo hun netwerk vergroten. Humana komt er niet doorheen bij de grote zakelijke bedrijven. Ze komen niet verder dan de receptie. Zaak is dus om bewustzijn en naamsbekendheid te creëren zodat ze wel verder kunnen komen. Humana zou willen dat grote kledingbedrijven hun restvoorraad aan hen doneren, dat gebeurt tot op heden nog niet. Dit onder andere doordat bedrijven door de economische crisis bewuster zijn gaan produceren en met minder restvoorraad komen te zitten. 

Bij bedrijven als Hema en de Bijenkorf komt Humana niet binnen. Deze bedrijven hebben al veel contacten met ontwikkelingsorganisaties. Partners van Humana zijn op dit moment Croqs en Lidl. Deze partijen hebben eerder wel eens een restvoorraad aan Humana gedoneerd en Croqs heeft een project gefinancierd. Beide organisaties zijn op het moment niet meer actief voor Humana. Crocks was een groot succes om mee samen te werken, de schoenen waren erg populair in met name gebieden met veel moslims. Als deze naar de moskee gingen, gingen de schoenen aan, uit, aan, uit. Bonusan Vitaminen heeft voor 25.000 euro een project gefinancierd, ze organiseren cursussen. 

Als Humana vraagt een bedrijf met haar samen te werken, is de tegenprestatie die dit bedrijf hiervoor krijgt een logovermelding op de website van Humana en een maandelijkse, kwartaal of jaarupdate. De bedrijven worden echter alleen regelmatig geupdate als ze meer dan 1000 euro geven. Het maakt Humana niet uit hoe veel de bedrijven geven. Om hun projecten goed uit te kunnen voeren zouden ze zo’n 25.000 euro per bedrijf nodig hebben. 25.000 euro staat ongeveer gelijk aan 125.000 kilo kleding. Volgens Humana is het een trigger voor bedrijven om met hen samen te werken vanwege het MVO-beleid dat veel grote bedrijven tegenwoordig doorvoeren in hun strategische overwegingen. Daarnaast krijgen de bedrijven belastingsvoordeel als ze met een ontwikkelingsorganisatie samenwerken. 

De kernwaarden van een potentiële samenwerkingspartner moeten overeenkomen met de kernwaarden van Humana. De projecten die Humana in Afrika organiseert sluiten aan bij de kernwaarde “ondernemerschap”. Humana ziet zichzelf dan ook eerder als social entrepreneur dan als ontwikkelingsorganisatie, omdat zij een organisatie zijn die zelf ook winst moeten maken om rond te komen. 

Humana heeft zich aangesloten bij MVO Nederland. Humana wilt graag samenwerken met bedrijven die veel intrinsieke waarde hebben. De doelstelling moet duidelijk zijn. Ze focussen op een lange termijn relatie. 

Communicatie
Humana is twee jaar bezig met het opkrikken van de naamsbekendheid, ze merken een klein beetje effect van hun inspanningen Humana werkt nu een jaar aan sponsorwerving / contact met zakelijke bedrijven maar dat levert tot nu toe nog vrijwel niks op. Humana heeft zich wat betreft de grote particuliere markt niet toegespitst op een bepaalde doelgroep, de doelgroep is “iedereen”. Humana vindt particulieren op dit moment geen echte doelgroep. De reden hiervoor is dat “iedereen” al aan deze groep mensen aan het trekken is en hen om een bijdrage vraagt. Humana heeft er geen vertrouwen in hen te benaderen. 

Humana maakt gebruik van traditionele vormen van communicatie. Zo sturen zij het jaarverslag en folders naar gemeentes zodat deze daadwerkelijk op het bureau van de ambtenaar terecht komen. Humana is bezig met het ontwikkelen van een app  met locator maar heeft nog geen idee welk nut dit zal dienen, “we willen een app maken met waar onze containers staan, maar ja wat heb je daaraan?”. Ofwel, op dit moment denken ze dat het niet interessant is. Humana heeft twee Youtube filmpjes ontwikkeld maar heeft deze niet actief onder de aandacht gebracht bij het grote publiek. Humana heeft een advertentie geplaatst op Pifworld om geld bijeen te krijgen voor hun organisatie. Humana plaatst soms advertenties in huis-aan-huis bladen of vakbladen van de gemeente. Humana heeft recent een radio-jingle ontwikkelt die op lokale zenders te horen zal zijn. Humana heeft via de NRC Charity Awards een advertentie geplaatst in NRC Next, op basis van free publicity. 

Humana maakt zeer weinig gebruik en ondoordacht gebruik van media als Twitter en Facebook. Humana heeft een 9 tot 5 mentaliteit “buiten werktijd kan je niet reageren op social media, social media is er nou eenmaal altijd en het gaat heel snel”. Humana heeft geen vertrouwen in social media “het is vervelend als je de hele tijd een boodschap krijgt van een organisatie”. Samen met de HKU, faculteit Media gaat er een game ontwikkeld worden. Hier is verder nog geen duidelijkheid over. 

Humana wilt graag bovenin bij bijvoorbeeld Google en Facebook verschijnen als iemand een zoekopdracht intikt. Ze weten niet goed hoe ze dit moeten doen. Humana maakt geen tot weinig gebruik van Google Alerts. 

Humana heeft een kledingruil georiganiseerd in Utrecht, op het hoofdkantoor. Dit was een leuke dag maar Humana wilt zich niet richten op particulieren want het kost tijd om deze te onderhouden. Ze vonden de kledingruil wel een succes en willen dit wel nog een keer doen, bijvoorbeeld een kindermarkt. Ze maken op zo’n dag winst op het entreekaartje. 

Humana zou graag meer willen uitleggen wat er met de kleding gedaan wordt. Maar “dit kost geld, en dat geld hebben we niet”. De Humana boodschap wordt nu nog niet goed verteld aan particulieren. Humana zou bijvoorbeeld graag stickers plakken op de containers om mensen te informeren, maar hier gaat de gemeente niet mee akkoord in veel gevallen. Humana zou graag meer free-publicty willen. 

Cijfertjes
1/5 deel over van de omzet
10.000.000 KG
 5.000.000 KG --- 80% is voor Nederland
100.000 winst
20% van de opbrengst gaat naar Afrika
80 miljoen totaal commerciële bedrijven
60% van alle kleding beland nog steeds in de grijze bak
Hiervan is 60% herdraagbaar!!
Komt o.a. doordat Humana zijn verhaal niet goed verteld.
“Wat hebben mensen in Afrika aan een winterjas?”
In Rusland wél nuttig.
Een deel van de kleding gaat naar Oost-Europa.
Restafval wordt deels gescheiden: glas, papier
Bekendheid Humana:
4% Actief
49% Passief
Noodhulp is 7% duurder dan ontwikkelingswerk


Wat verwacht Humana (niet) van ons?
Ons plan moet snel uitvoerbaar zijn, gauw effect opleveren en weinig tot niks kosten. We moeten zelfredzaamheid uitdragen en Humana dichterbij brengen. Humana wil graag dat wij focussen op “warm binnenkomen” bij zakelijke bedrijven. We moeten bedrijven ertoe aanzetten met Humana te willen samenwerken of hen overhalen sponsor te worden. 

Humana verwacht NIET dat wij een langdurige campagne maken. De kosten voor zo’n campagne zijn te hoog en daarnaast gaat er te veel tijd in zitten. 
Aan beeldvorming is nooit echt gewerkt, maar de opdrachtgever zelf vind dit op dit moment dan ook niet echt een doel. 

Overige opmerkingen
Humana lijkt pessimistisch ingesteld. Marianne geeft aan dat ze geen vertouwen heeft in groei van de organisatie of concurreren met grotere ontwikkelingsorganisaties. Marianne geeft aan dat ze geen vertrouwen heeft in de betrokkenheid van zakelijke bedrijven. Op de vraag of de twee zakelijke partners (vier personen) waar Humana nu mee samenwerkt wel eens uitgenodigd worden zegt ze: “ja, die gaan echt niet komen met z’n vieren”. Humana ziet zichzelf als het “liefste zusje van de klas”. Ze zullen zich niet door middel van felle campagnes bij het grote publiek onder de aandacht brengen en zullen een andere organisatie nooit in een slecht of kritisch daglicht plaatsen. Ze willen ten alle tijden positief blijven. Een opvallende uitspraak was ook: “ik denk niet dat Nederland op Afrika zit te wachten”.